Van jongs af aan wilde ik de wereld redden.

Ik was een heel bevlogen, begaan en idealistisch meisje. Bovendien lief, creatief, expressief en hoogsensitief. Jezus en Moeder Theresa waren mijn grote voorbeelden. Zoveel mogelijk liefde verspreiden, mensen helpen en leed en onrecht in de wereld bestrijden was mijn missie.

Dit alles gecombineerd met een open, avontuurlijke geest, een enorme dosis wilskracht en gevoel voor leiderschap bracht mij in mooie rollen, op vele plekken en podia in de wereld.

Dat klinkt natuurlijk erg mooi en magisch. En dat was het voor een deel ook.

De magische beweging

In het systemisch werk kennen we het principe van de ‘magische beweging’ of de ‘magische liefde’. Dat is wanneer een kind – onbewust – uit liefde probeert het zo goed mogelijk te doen voor het hele systeem, gezien de omstandigheden. Het voelt als een soort ‘alle ballen in de lucht houden’ zodat het systeem in ieder geval zo goed en zo kwaad als het gaat in stand blijft. Als een jongleur in het circus past een kind zich steeds weer aan. Maar helaas is magische liefde geen keuze. En dat maakt het tragisch. Zoals mijn opleidster systemisch werk, Evelien Hogeweg, zegt: “Mensen worden vaak bij hun geboorte al in dienst genomen door het systeem.”

Mijn familie opstelling

Ook ik ben, als oudste uit een gezin van tien kinderen, waarvan er uiteindelijk vier geboren en drie nog in leven zijn, veel gaan dragen voor mijn systeem. Juist omdat ik het leed eigenlijk niet kon verdragen.

De eerste zes jaar van mijn leven – in de ontwikkelingspsychologie de meest bepalende jaren – waren samen met veel liefde ook gevuld met verdriet en gemis, rouw en dood. Mijn moeder kreeg na mijn geboorte achter elkaar zes miskramen en een doodgeboren kindje. Hoe impactvol dat is geweest voor mij als hoogsensitief kind (en uiteraard ook voor de andere gezinsleden) heb ik pas jaren later gezien en gevoeld tijdens een familieopstelling. Toen mijn ouders, alle ongeboren kinderen en het doodgeboren jongetje eenmaal waren opgesteld bleek dat degene die mij representeerde als klein meisje helemaal weggedrukt in een hoekje zat en nauwelijks kon kijken naar dit familie tafereel of eigenlijk: familiedrama. Ze ging constant ‘weg’, schoot uit de realiteit, uit haar lichaam, omdat het verdriet te groot om te zien, laat staan om te dragen was. En iets anders werd ook pijnlijk duidelijk: het kleine meisje, ik, wist niet of ze nu bij de levenden of de doden hoorde.

Een van de gevolgen van deze verwarring is dat ik in mijn latere leven veel moeite heb gehad met aarden en mijn plek vinden en om te voelen dat ik echt mocht leven. Daardoor was het heel lastig mijn innerlijke koers te varen en mijn eigen identiteit op een gezonde manier te ontwikkelen. Het was alsof er telkens iets of iemand anders aan het roer stond. Een schaduw die mij steeds volgde, hoe ik ook probeerde deze van me af te schudden. Ik voelde me niet vrij in mijn lichaam en geest en dat resulteerde – ondanks uiterlijk gedrag en vertoon van succes en geluk en zeker ook vele oprecht gelukkige momenten – vanaf mijn puberteit in een lage zelfwaardering, eetstoornis, depressieve gedachten en gevoelens, fantasieën over doodgaan en de hemel, onbereikbare liefdes, relaties die mislukten, grenzeloosheid, angst om ontmanteld te worden (imposter syndrome) en een algeheel gevoel van eenzaamheid, anders zijn, ‘teveel’ zijn (te sensitief, te kwetsbaar, te lief, te veeleisend, te kritisch, te naïef, te verantwoordelijk etc), niet thuishoren hier op aarde, diepe teleurstelling en desillusie. Ik leed zowel aan negatieve (je als minder voordoen dan je bent/ kunt) als positieve (je als meer voordoen dan je bent en kunt) hoogmoed, kon aanmatigend zijn en ontwikkelde een harde innerlijke criticus en perfectionist met als doel: alles onder controle houden. Mijn zachte vrouwelijke kant werd vaak overschaduwd door een onnatuurlijk harde mannelijke kant. Ik was in vele opzichten uit balans.

Vrij worden

Gelukkig heb ik, mede dankzij het opstellingenwerk mijn eigen plek weer kunnen innemen, ben ik mijn eigen koers gaan varen, heb ik de hoop op een ander of beter verleden kunnen verruilen met leven en creëren in het hier en nu vanuit liefde, vreugde en dankbaarheid. Inmiddels stevig geworteld in de aarde en verbonden met de gaven van helder voelen en helder weten die ik natuurlijk ook dankzij de systemische verstrikkingen extra heb ontwikkeld.

Je zou kunnen zeggen dat vrij worden van de conditioneringen, (familie) patronen en trauma’s een levenswerk is. Het vraagt veel moed en bereidheid de waarheid zoals die is en was echt onder ogen te zien.

Maar als je de stap eenmaal hebt genomen is het resultaat vaak verbluffend.

Een opstelling als sleutel tot de ziel

Het bijzondere en in die zin werkelijk magische aan het opstellingenwerk is namelijk de vrijwel onmiddellijke opluchting, ontspanning, verlichting en heling die plaatsvindt op het moment dat de eigen plek is ingenomen, de ordening is hersteld, de gedragen last is teruggegeven aan hen bij wie het in eerste instantie thuishoort en de balans in het systeem hersteld is. Transformatie kan dan heel snel en diep plaatsvinden.

Het aanvaarden van je lot maakt bovendien dat je zoveel dieper je essentie en potentieel kunt gaan leven.

Daarom is een opstelling een hele mooie en effectieve sleutel tot je ziel. Een sleutel naar een leven in ware vrijheid, dat paradoxaal genoeg betekent: dat je je met alles kunt verbinden wat zich aandient, alles met compassie en liefde verwelkomt en bereid bent op alles ‘ja’ te zeggen.

Wil je ook weer en meer in vrijheid leven en in je kracht komen?